Uw Woord is de waarheid – Inleiding tot de hermeneutiek van de Bijbel
Hoofdstuk 1 – inleiding in 9 delen
Samengevat: correcte interpretatie van de bijbel is gebaseerd op een redelijk oordeel over wat de tekst werkelijk zegt, zonder beroep op traditie en leersysteem.
De historische en objectieve betekenis van de tekst is de grondslag voor ons begrip.
Ons begrip beweegt vanaf wat de bijbel zegt naar wat de tekst betekent en dan pas naar hoe het moet worden toegepast.
Wat de tekst zegt is veel zinnig; de context (historisch en cultureel) bepaalt mede wat het betekent; en door analogie vinden we de toepassing.
De 9 lezingen in dit bestand leggen de volgende 11 zaken uit, maar corresponderen dus niet met het betreffende nummer:
- Het gezag van de bijbel is afhankelijk van het gezag van de interpretatie van de bijbel.
- De traditie in de middeleeuwen zegt, dat elk woord in de Schrift vier betekenissen heeft: de letterlijke, de allegorische, de morele, en de anagogische.
- De Reformatie leerde het gezag van de bijbel boven dat van de kerk; de historische en grammaticale betekenis was de gezaghebbende.
- Daaruit volgt: de taal van de bijbel is niet uniek en heilig, maar is de taal van mensen.
- De studie van de bijbel moet leiden tot onze inzichten over de bijbel en niet omgekeerd.
- De betekenis van de bijbel wordt vastgesteld met argumenten en niet met autoriteiten.
- Het onderzoek van de tekst is objectief en inductief – interpretaties moeten onderworpen kunnen worden aan kritiek.
- de Reformatie leerde: wat de tekst zegt is wat de tekst betekent, en wat de tekst betekent moet worden toegepast. Echter: taal is altijd veelzinnig: wat de tekst zegt kan verschillende dingen betekenen, en de betekenis van de tekst moet in verschillende situaties anders worden toegepast.
- Taal berust op conventies in de communicatie, en is betrokken op een bepaalde situatie.
- Er zijn drie barrières tussen de betekenis van de tekst en de toepassing.a) beschrijvende passages bevatten geen gebod en kunnen niet worden toegepast.b) voorschriften krijgen hun betekenis in de historische situatie waarin ze zijn gegeven. De historische context bepaalt hun strekking.c) de betekenis van een voorschrift hangt samen met de culturele context.
- De toepassing van een tekst maakt het nodig om te zoeken naar het onderliggende principe door middel van analogie.