Omdat wij Zijn eigendom zijn - verkondiging over Troost in zondag 1 - en de Samaritaanse vrouw in Johannes 4
Als de Catechismus spreekt over de troost "beide in leven en sterven" dan gebruikt het een woord dat tegenwoordig iets anders betekent. In onze tijd is troost een uiting van medeleven, woorden van bemoediging in nare omstandigheden. Maar in de tijd van de Catechismus is troost een objkectieve werkelijkheid waarop we gewezen moeten worden, die onze ellende en smart daadwerkelijk kan verminderen of wegnemen. Troost is objectief, terwijl de moderne troostende woorden een zaak blijven van het gevoel alleen.
In Johannes 4 gaat het om een vrouw die deze werkelijke troost bitter nodig heeft. Hoe we haar omstandigheden ook begrijpen, of ze nu een gevallen vrouw is die met meerdere partners leeft, of een ongelukkige vrouw die meerdere malen weduwe is geworden; of ze nu op het 6e uur naar de put gaat omdat dat naar Romeinse tijdrekening aan het eind van de dag is, of naar joodse tijdrekening op het heetsts van de dag is - met de implicvatie dat zij zich uit schaamte aan de blik van andere vrouwen wil onttrekken - hoe het ook zij: als Samaritaanse vrouw staat ze met heel nood en schuld buiten het heil dat uit de joden is en het eerste aan Israël wordt gepredikt.
Maar de objectieve grondslag van haar verlossing staat voor haar neus in de persoon van de Heere Jezus zelf. En Hij maakt haar dat op een weergaloos mooie manier duidelijk. Dat doet Hij door waarheid te spreken, niet door troostende en vleiende woorden te spreken.
Wij hebben die troost in het feit dat Jezus Zijn leven gaf voor ons, omdat Hij ons liefhad tot de dood. In Hem, als Zijn eigendom, vinden we rust voor tijd en eeuwigheid.
Create your
podcast in
minutes
It is Free