"De HEERE is mijn Herder", zegt David in Psalm 23, en wij mogen het hem nazeggen.
Maar deze Heere is dan inderdaad een heel persoonlijk betrokken Herder: Mijn Herder!
Natuurlijk is Hij ook een Herder voor Zijn volk als geheel. Zo vinden we het in Jesaja 40:10 en 11. Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen de sterke...Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder, Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden.."
Uiteindelijk zou deze Heere die Herder is, een mens geven die in een bijzondere zin Herder zou zijn. Zo voorspelde Ezechiël (34:23): "En Ik zal een enige (unieke) Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn Knecht David, die zal ze weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn." En het resultaat van dit Herderlijke optreden van de ware Zoon van David zou zijn dat de "Heere [...] hun tot een God [zal] zijn, en Mijn Knecht David zal een vorst zijn in het midden van hen. Ik, de HEERE, heb het gesproken."
In het Nieuwe Testament komen we deze Herder tegen:"Ik ben de Goede Herder" zegt de Heere Jezus. Hij geeft Zijn leven voor de schapen (Joh. 10:11) en de schapen kennen Hem, en Hij kent de schapen, stuk voor stuk. Hij geeft Zijn leven voor elk van ons.
In Op. 7:17 komen we opnieuw de gedachte uit Ez. 34 tegen. Maar nu blijkt de Herder van de schapen ook het Lam te zijn dat Zijn leven gaf:
"Want het Lam, dat in het midden van de Troon is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen van wateren"- zoals David sprak over de wateren van de stilte.
"En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Daar hebben we de Herder uit Psalm 23, die als Mens kwam volgens Ez. 34, in de Heere Jezus zichtbaar op aarde kwam, en in de toekomst als het geslachte Lam de ware herder zal zijn, die ons voor eeuwigheid aan wateren van rust brengt.
Create your
podcast in
minutes
It is Free