Voor een deel van de werkgevers in Nederland gelden gedifferentieerde premies. Deze financiële prikkels moeten ervoor zorgen dat zij voldoende re-integratie-inspanningen bieden voor hun zieke of arbeidsongeschikte werknemers. Dit heet ook wel werkaccommodatie en is mogelijk door bijvoorbeeld aangepaste werktijden, werkomgeving of werkzaamheden.
Wat is het effect van deze financiële prikkels? En wat bepaalt dat werkgevers zich meer inspannen? Met die vragen ging promovenda Laura Jansen aan de Rijksuniversiteit Groningen samen met haar coauteurs aan de slag. Over de uitkomsten gaat ze in gesprek met Anneloes Goossens, beleidssecretaris Sociale zaken bij werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland. Het gesprek wordt geleid door Saskia ter Ellen, directeur kennisdeling bij Netspar.
Ze gaan onder meer in op een wetswijziging van 2013, die ook werknemers zonder vast contract onder de gedifferentieerde premies liet vallen. Jansen vond op basis van haar data geen bewijs voor het mechanisme waarop de wijziging gebaseerd is. Zo leidde de premiedifferentiatie niet tot grotere re-integratie-inspanningen bij deze werknemers.
Goossens deelt in de podcast verder dat 80 procent van het langdurig verzuim niets met het werk te maken heeft. Tegelijk zijn werkgevers er verantwoordelijk voor, zowel financieel als in alles wat ze moeten doen in het kader van de re-integratie. Jansen stelt hier tegenover dat je als werkgever wel iemand in een andere functie kunt accommoderen. Maar hoe pakt dat uit in de praktijk?
Verder lezen